Op sommige financiële regelingen doe je liever geen beroep. Het nabestaandenpensioen is daar een goed voorbeeld van. Meestal zelfs een slecht voorbeeld! Vooral als een werknemer vaak van baan wisselt, kan dit grote gevolgen hebben voor de hoogte van het nabestaandenpensioen. De financiële gevolgen voor de achterblijver(s) zijn dan vaak schrijnend. Het zijn sporen die je liever niet nalaat.
Oorzaak
Dat partner en kinderen vaak minder goed financieel verzorgd achterblijven, heeft een duidelijke oorzaak. In veel pensioenregelingen is de hoogte van het nabestaandenpensioen direct afhankelijk van de diensttijd die de werknemer maximaal kan volbrengen tot zijn of haar pensioendatum.
Wat krijgt ú?
Vermoedelijk heeft u daar niet direct een antwoord op. Een voorbeeld zet vaak aan het denken:
Een 25-jarige kan maximaal 42 dienstjaren volmaken bij zijn werkgever.
Zijn verzekerde nabestaandenpensioen bedraagt:
40 dienstjaren * 1,225% = 51.45% van de pensioengrondslag.
Zijn 40-jarige collega is net in dienst getreden en kan 25 dienstjaren bereiken.
Zijn verzekerde nabestaandenpensioen bedraagt:
27 dienstjaren* 1,225% = 33,08% van de pensioengrondslag.
Constateren en repareren
Stel dat beide werknemers een pensioengrondslag hebben van € 40.000.
Dan krijgt de partner van de 25-jarige een nabestaandenpensioen van € 20.580 per jaar. De partner van de 40-jarige krijgt echter veel minder; slechts € 13.232 per jaar.
Dat betekent dus een tekort van € 7.348 ofwel ruim € 600 per maand! Die ongelijkheid in zekerheid vraagt om maatregelen.
Betere sporen nalaten?
Laten we eens kijken wat het nabestaandenpensioen voor uw partner is indien u onverhoopt komt te overlijden. Er zijn diverse manieren het eventuele inkomenstekort vanaf nú te repareren. Neem tijdens kantooruren contact op met: tel. 0172 446180 of verstuur het contactformulier.