Tijdklemmen KEW vervallen per 1 april

De zogeheten tijdklemmen voor kapitaalverzekeringen, spaarrekeningen en beleggingsrechten eigen woning komen per 1 april volledig te vervallen. Dat schrijft Staatssecretaris Wiebes (Financiën) aan de Tweede Kamer.

Wiebes had de Kamer toegezegd nadere informatie te sturen over de impact van het vervallen van de tijdklemmen voor de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW). Het parlement heeft daartoe vorig jaar een amendement aangenomen.

Geen massale afkoop

Wiebes heeft overlegd met DNB, AFM en het Verbond van Verzekeraars. “DNB en de AFM verwachten dat het laten vervallen van de fiscale tijdklemmen niet tot massale afkoop van deze polissen leidt, omdat afkoop veelal niet in het belang van de klant is. DNB geeft aan dat zij voor banken geen materieel nadelige impact van het vervallen van de tijdklemmen verwacht op de winstgevendheid, het eigen vermogen en de risicogewogen kapitaaleisen. Voor verzekeraars verwacht DNB dat de impact van een volledige afkoop van KEW-polissen gering zou zijn.”
Adequate informatieverstrekking door aanbieders is cruciaal, aldus de staatssecretaris, omdat consumenten nadeel kunnen ondervinden van het afkopen van hun polis.
Als de Kamer niet binnen drie weken bezwaar maakt, wordt de maatregel per 1 april bij koninklijk besluit ingevoerd.

Vereenvoudiging

Uitkeringen uit een KEW, SEW of BEW zijn vrijgesteld van belasting als ten minste 15 of 20 jaar jaarlijks premies of bedragen worden betaald. Zo niet, dan is het rendement belast in box 1. In bepaalde situaties zijn die tijdklemmen per 1 januari al vervallen: bij beëindiging van een fiscaal partnerschap, het krijgen van schuldhulpverlening, vervreemding van de eigen woning waarbij direct daarna nog steeds of opnieuw een eigen woning ter beschikking staat en bij ernstige financiële problemen. Het amendement voorziet nu in het volledig vervallen van de eisen ten aanzien van de premiebetaling. “Hiermee wordt de consument meer keuzevrijheid geboden en ontstaat een vereenvoudiging ten opzichte van de huidige praktijk.”
Wiebes wilde weten wat voor impact dat op aanbieders zal hebben. Het gaat volgens prognoses om zo’n 550.000 polissen, waarvan er 200.000 tussen de 10 en 15 jaar oud zijn. “Doorgaans is er pas na enkele jaren sprake van enig rendement waardoor de tijdklemmen vooral werking hebben in de periode na enkele jaren tot 15 of 20 jaren na aangaan van de polis. Voor een deel van deze polissen geldt dat afkoop met behoud van vrijstelling al mogelijk is op basis van de hiervoor genoemde maatregel.”

Verbond vreest veel afkopers

Voortijdige afkoop is doorgaans niet gunstig voor consumenten vanwege de hoge kosten en de lage opbouw. “Desalniettemin kunnen er andere redenen zijn die consumenten bewegen hun product af te kopen, ook als dit tot een, per saldo, negatief financieel resultaat leidt.”
Vooral het Verbond en de NVB verwachten dat afkoop op groter dan verwachte schaal zal plaatsvinden. Maar voor verzekeraars zal de impact klein zijn, denkt DNB. “In haar eerdere analyse gaf DNB aan dat bij een volledige afkoop van KEW-polissen de aanwezige solvabiliteit onder Solvency II met ongeveer 4%-punt daalt voor de sector als geheel. Er waren negatieve uitschieters tot 30%-punt voor verzekeraars met een relatief omvangrijke KEW-portefeuille.” De impact is nu lager omdat het aantal KEW-polissen is afgenomen, aldus Wiebes. “Een negatieve individuele uitschieter beperkt zich tot maximaal 25%-punt van de aanwezige solvabiliteit.” Ook voor Brede Herwaarderings-polissen (uit de periode 1 januari 1992-14 september 1999) komen de tijdklemmen te vervallen. Daar komt een apart beleidsbesluit voor. “Ook voor de afkoop van deze verzekeringen verwacht DNB een geringe impact. De achtergrond van de tijdklemmen is bij beide productgroepen dezelfde en daarom is er fiscaal gezien geen reden om hier een onderscheid in aan te brengen.”

Premievrije polissen

Het Verbond heeft nog aangegeven dat veranderende regelgeving niet goed samengaat met het langetermijnkarakter van de investeringen die verzekeraars doen. Daarover laat Wiebes zich verder niet uit. Hij denkt nog na over het ontzien van polissen die premievrij zijn gemaakt.
“Ik ben voornemens om in een beleidsbesluit in ieder geval goed te keuren dat personen bij wie de polis op de datum van dagtekening van deze brief voorziet in de (contractuele) mogelijkheid om de polis na ten minste 15 jaar premiebetaling premievrij te maken en hiervan gebruikmaken of hebben gemaakt, geacht worden te hebben voldaan aan de eis van gedurende de looptijd jaarlijks premie voldoen. Eenzelfde goedkeuring zal ik opnemen voor gevallen waarin sprake is van een overeengekomen verkorte premieduur met dien verstande dat ten minste 15 jaar premie moet zijn of worden betaald. In nader overleg met het Verbond en de NVB zal ik bezien of en zo ja welke gevallen aanvullend onder de reikwijdte van het besluit moeten vallen.”

 

Bron: amweb.nl/ 10 februari 2017